Wontons zijn gezonde en veelzijdige oosterse hapjes. Ze zijn heerlijk als voorgerecht, door de soep of door een noedelsalade. Je kunt ze vooraf bereiden en eventueel een gedeelte invriezen om later te gebruiken. Ik heb ooit eens een hele berg gemaakt en ingevroren, zodat ik steeds kleine porties kon pakken voor door de soep of als hapje. Handig! Ik ken eigenlijk niemand die niet enthousiast wordt van deze smaakvolle deeghapjes. Je kunt zelf een beetje spelen met de vulling maar ik vind ze altijd het lekkerst met een vulling van garnalen en gehakt en een dip van sesam en soja.

Dit heb je nodig voor 12 oosterse wontons

• 12 wonton vellen (verkrijgbaar bij de toko)
• 1 lente ui, gesnipperd
• 125 gram garnalen (ik gebruikte jumbo garnalen van de Albert Heijn)
• 60 gram gehakt
• 5 cm verse gember, geschild en in kleine stukjes geraspt of gesneden
• 1 teen knoflook, gesnipperd
• 1 tl sesam olie
• 2 el soja saus
• Snuf chili peper

Voor de sesam-soja dip

• Dip: soja saus en sesamzaad

Zo maak je het

Laat het pakje wonton vellen ontdooien. Dit duurt ongeveer een uurtje en de overige vellen die je niet gebruikt kun je gewoon weer invriezen.

De vulling maak je door alle overige ingrediënten met elkaar te mengen. Het beste is om alles even kort te pureren met een staafmixer.

Leg de wonton vellen op een blad en leg in het midden van elk vel een bolletje van de vulling. Maak de zijkanten van de vellen vochtig met een beetje water en vouw dicht in een driehoek vorm. De onderste twee punten kun je daarna met elkaar verbinden zodat je een pakketje krijgt (zie foto).

Breng een grote pan met ruim water aan de kook en kook de wontons in setjes van 6. Ze zijn klaar als ze boven komen drijven en dit duurt ongeveer 4 minuten.

Leg ze naast elkaar op een bord en serveer met een dip van soja saus en sesamzaad. Voilà! Een heerlijk oosters hapje.