De hoofdgerechten voor het kerstmenu schudde ik dit jaar zo uit mijn mouw. De desserts vond ik iets lastiger.. Ik wil iets origineels op tafel zetten dat zo lekker is dat iedereen nog een portie opschept en het moet ook nog eens makkelijk te maken zijn. Toen ik afgelopen donderdag in Lissabon een gebakje proefde wist ik het direct. Dit wordt mijn kerstdessert! Ik had er nog nooit van gehoord, pasteis de belem. Ook wel genaamd pasteis de nata. Lieve kleine gebakjes van bladerdeeg met een romige vanillevulling uit de oven, letterlijk afkomstig uit de wijk Belem. In heel Lissabon vind je bakkerijtjes die ze verkopen, maar de lekkerste pasteis komen toch echt uit Belem. Haal ze het liefst bij Pasteis de Belem zelf (een prachtige bakkerij waar ze zo’n 20.000 pasteis per dag verkopen) en neem wat geduld mee, want er staat eigenlijk altijd wel een rij. Ze zijn eenvoudig te maken en HEEL erg lekker. Althans, je bent iets langer bezig wanneer je het recept from scratch wil maken en dan met name het deeg, maar ik koos een iets makkelijkere weg en gebruikte kant en klaar bladerdeeg. Oh, en ik verving de suiker door honing. Oké, ze tippen natuurlijk niet aan de pasteis uit Belem, maar daarvoor moet ik toch echt hun familierecept voor ontfutselen ;)

Serveer de pasteis de belem met fruit als frambozen, bosbessen of Kaapse goudbessen en een bolletje vanille ijs voor de liefhebber. Je kunt ze helaas niet een dag van te voren maken (ze zijn lekker lekkerst als ze net uit de oven komen), maar je hebt ze echt binnen no time gemaakt dus geen zorgen. Ik ben super benieuwd wat je ervan vindt dus laat het mij vooral weten wanneer je ze hebt gemaakt :D

Dit heb je nodig voor deze makkelijke Pasteis de Belem (roomtaartjes) – 8 stuks

• 6 plakjes bladerdeeg
• 2 eidooiers
• 1 vanillestokje
• 250 ml melk
• 70 gram honing
• 1 el bloem
• snuf kaneel

Lekker voor erbij

• verse frambozen
• vanille ijs

 

Zo maak je het

Ontdooi de plakjes bladerdeeg. Leg drie vellen op elkaar en rol op tot een rolletje. Herhaal dit met de andere bladerdeegvellen en bestuif de twee rolletjes licht met bloem om plakken tegen te gaan. Wikkel ze in vershoudfolie en leg ze in de koelkast. Bedankt Rudolph van Veen voor deze tip!

Ga verder met de vanillevulling. Schraap het vanillemerg uit de stokjes. Breng de melk aan de kook samen met het vanillemerg, de helft van de honing en de lege vanillestokjes.

Meng in een kom de eidooiers met de overige honing en de kaneel. Gebruik hiervoor een garde. Voeg een eetlepel bloem toe en klop door tot je een gladde massa hebt. Schenk een scheut kokende melk bij het mengsel, klop nog eenmaal door en schenk het daarna bij de kokende melk in de pan. Kook alles al roerend met je garde gaar in zo’n twee minuten.

Laat de vanilleroom nu afkoelen. Dit doe je het snelst door de room op een koele plaat of in een ovenschaal te schenken en vervolgens af te dekken met folie. Zo voorkom je dat er een vel op de room komt. Zet even in de koelkast.

Verwarm je oven voor op 220 graden en vet een muffinvorm. Haal het bladerdeeg uit de koelkast. Snijd de rol in vieren. Leg met de platte kant naar boven en vorm er kuipjes van (zie foto). Leg in elke holte van de muffinvorm een kuipje en druk de randjes aan. Haal de vanilleroom uit de koelkast en verdeel dit in de vormpjes.

Zet de vorm 20 minuten in de oven of totdat de bovenkant mooi bruin is gebakken. Haal de pasteis uit de vorm en laat even afkoelen.

De pasteis eet je het liefst direct uit de oven, na een paar minuten te hebben afgekoeld. De bladerdeegrolletjes kun je in de middag alvast in de koelkast leggen en ook de vanilleroom kun je voorbereiden. Na het hoofdgerecht hoef je dan alleen nog de muffinvorm te bekleden, de vanilleroom erin te schenken en daarna even te bakken in de oven. Bolletje vanille-ijs erbij en genieten maar!